Op zondag 20 september 1981 duikt er in de Mark in het Bredase stadsdeel Ginneken een zeehondje op. Deskundigen zeggen dat het uniek is dat een zeehond zo ver landinwaarts zwemt. Het zeehondje is via de Volkeraksluizen naar de sluizen van Dintelsas gezwommen en de Mark stroomopwaarts gevolgd. Ze krijgt de naam Moby Dick. Moby Dick vindt in het Ginneken een stekkie op een bootje dat langs de kant ligt. Vanuit daar gaat zij regelmatig op jacht om in haar dagelijks onderhoud te voorzien. Breda reageert vertederd op haar verschijning. Een zeehond heeft rust nodig, zegt Lenie 't Hart van zeehondencrèche in Pieterburen, en dat kan niet gegeven worden in het hartje van Breda. Dus wordt Moby onder grote belangstelling uiteindelijk gevangen. Zij komt diezelfde dag nog aan in zeehondencrèche Pieterburen en wordt de volgende dag weer teruggezet in de natuur. Dat was meteen ook het laatste moment dat iemand haar gezien heeft. Ter herdenking aan deze gebeurtenis staat aan de Koningin Emmalaan een beeldje van Moby Dick.