Rouwdeskundige Daan Westerink staat bij het graf van haar ouders. Als Daan veertien is, moet ze afscheid nemen van haar moeder. Op haar sterfbed geeft ze Daan woorden mee waar ze nu nog wat aan heeft. Met trots en bewondering vertelt ze over de liefde die haar ouders voor elkaar en voor haar hadden. Hun liefde vormen de stabiele basis in haar leven.